De Wondere Wereld van de SuperKluns

Allereerst een inleidende Verklaring Ter Voorkoming Van Misverstanden:
dit stukje gaat over een Kluns die onopzettelijke zelfverwonding, geheel onbedoeld weliswaar, tot kunst verheven lijkt te hebben. Dit stukje is niet spottend, of anderzijds negatief bedoeld. Dit stukje is ter lering en vermaak. Lering voor iedereen die gaat samenwonen of al samenwoont met zo’n kamikaze-lemming. Vermaak voor ons allen omdat het, op een bepaalde manier, vreselijk grappig is.

Alvorens de SuperKluns in actie te laten komen, schets ik even een ruwe indeling van mensen m.b.t. zelfverwonding (alle medische gevallen buiten beschouwing gelaten).
Ingedeeld volgens de overbekende Hansaplast-indexering vinden we de klunsjes en kuikens terug in de hogere regionen. De iets minder onhandige personen bevinden zich in het middengedeelte en Mr. and Mrs. Prudence scoren erg laag. Welnu, mijn vriendin behaalt met groot gemak een constante en dikke 10.

Zelf ben ik een Ninja en voor wat mijzelf aangaat, heb ik op elk moment en in welke situatie dan ook mijn directe omgeving in een oogopslag gescand, beoordeeld en al dan niet veilig verklaard. Mogelijke obstakels, c.q. bedreigingen worden feilloos herkend en geregistreerd. Ik weet al wat er kan komen nog voordat ik een eerste stap heb gezet of handeling heb verricht. Vaak beweeg ik dan ook helemaal niet, teveel gevaren, teveel kans op slachtoffers. Dus blijf ik zitten waar ik zit. En hou m’n adem in. En stik niet. Voor de niet-Ninja komt dat vaak over als lui, maar ik ben dan ook niet degene die menigmaal bloedend en gillend door het huis rent.

Nu dan de SuperKluns. Enthousiast, onvervaard (door onwetendheid!) en met een bewonderenswaardig positieve instelling gaan ze dagelijks op pad om weet-ik-veel-wat te doen en stellen zich daardoor bloot aan het immer aanwezige risico op schrammen, builen, kneuzingen en andersoortige verwondingen. Eenvoudige handelingen als het opentrekken van de keukenla kan resulteren in een diep ingescheurde nagel (‘Au!’), het openen van een tuimelraampje kan zomaar een flink stuk huid van een duim kosten (‘Godver!‘). En een voorbeeld van een vastzittende boterham in de broodrooster durf ik niet eens te beschrijven. Doen ze dat met opzet? Nee. Leren ze dan niet? Nee.

Denk nu niet dat ik dit allemaal maar zit te verzinnen. Niks daarvan. Ik schrijf dit, of beter gezegd, ik kàn dit schrijven omdat ik een ervaringsdeskundige ben. Ik woon namelijk samen met een SuperKluns. En al een tijdje hoor…

Ik sta in de keuken en hoor mijn vriendin rommelen in een kamertje aan het eind van de gang waarin voornamelijk zooi staat. Afgezien van het gekreun en gesteun hoor ik dat er iets verschoven wordt.
‘Kleng!’
“Fuck!”
(Klinkt als mijn gereedschapskist die mogelijkerwijs in de weg staat.)
‘Beng!’
(Klinkt als diezelfde gereedschapskist die nu ergens wordt neergezet.)
“Godverdegodver!”
“Wat doe je, mop?,” roep ik richting rommelkamer.
“Ach, die teringzooi hier,” moppert ze terug, “ik zoek mijn…”
‘Kleng-Beng! Rinkeldekinkel-Kebeng!’
‘Ach du Lieber!’ denk ik bezorgd en nog voordat ze gefrustreerd begint te krijsen en te vloeken, sta ik al in de deuropening. En daar zit mopje, omringd door een chaos van schroefjes, moertjes, gereedschap, doosjes, blikjes en flesjes. Een boekenplank balanceert op haar schoot. Ik zeg niks, zwijgend kijk ik naar deze expositie van KlunsenLeed.
“Die kutplank schoot los,” zegt ze uiteindelijk.
Hoofdschuddend loop ik terug naar de keuken. Die kutplank, moet je weten, hing daar al ruim 20 jaar, nooit een probleem mee gehad. Maar ja, een Ninja haalt het niet in zijn hoofd om daar een loodzware gereedschapskist op te zetten.

In ons huis wonen 2 verdiepingen, dat betekent dus dat er permanent 1 grote vijand op de loer ligt: De Trap. Over het algemeen is trap-opwaarts niet zo heel erg gevaarlijk. Trap-afwaarts daarentegen is een sluipmoordenaar.
Wie vind ik, gealarmeerd door een vreselijk kabaal, half zittend, half liggend onderaan de trap met een stofzuiger in haar nek? Wie sleurt in haar val 7 jassen van de kapstok mee omdat de laatste trede werd gemist? Wie kan er bijna een week niet zitten omdat het laatste gedeelte van de trap stuiterend op de bips genomen moest worden?
Inderdaad, Lientje, de SuperKluns.

Maar als je nu denkt dat ze daarom extra voorzichtig is, heb je ‘t mis. Think again. Nee, de trap wordt even zo vrolijk volgebouwd met spulletjes die makkelijk in de buitenste bocht kunnen staan. Daar zet iemand z’n voet immers toch nooit? Ninja’s niet, nee!
Overigens kan het nog erger, wat dacht je van spullen bovenaan de trap? In dit geval, op de overloop vlak voor de trap. Kijk, daar ligt een broek gevaarlijk te wezen. En hier, een paar schoenen, achteloos uitgeschopt. De SuperKluns ziet ‘t niet, maar ik wel. Die schoenen zijn een struikelblok, overduidelijk. Dat is iedereen wel eens overkomen (‘Godverdomme, wie legt die schoenen hier dan ook neer!’). En die broek! Bovenaan de trap nota bene! Ik zie daar geen broek, nee, ik zie daar een bezoek aan de poli, ik zie daar een paar nachtjes in het Onze Lieve Vrouwen Gasthuis! Gips! Krukken! Djeezus, krukken, nog meer gevaar! Ik moet kreunen van voorellende.

Lientje gaat naar de keuken, ze gaat instant-soep maken zegt ze. Even later hoor ik de typische ‘ping’ van de magnetron. Over enkele ogenblikken zal ik merken dat ze erwtensoep heeft gemaakt want dan ben ik bezig om het van de keukenvloer op te vegen. Wat is er gebeurd nadat de magnetron ‘ping’ deed? Wij vroegen het aan Lientje:
“Nou, en toen had ik soep uit de magnetron gehaald maar toen liet ik de lepel vallen en toen ik die lepel had opgepakt en weer overeind kwam, stootte ik mijn hoofd keihard tegen de onderkant van het magnetrondeurtje en toen morstte ik hete soep over mijn hand en toen sprongen de tranen in mijn ogen en toen ik naar jou wilde lopen, kleunde ik met mijn neus tegen de keukendeur aan.”

Uitzonderlijk? Nee hoor, bovenstaand voorval is er slechts een van vele. Dit is wat een kluns doet, dit is wat een kluns overkomt.

Enfin, het is de taak van de Ninja om de SuperKluns te redden, te behoeden. Die broek ruim ik op. Die schoenen mik ik in een veilige hoek. Maar ook kastdeurtjes doe ik dicht (klunsjes laten die, om mij onduidelijke redenen, steevast openstaan); lades schuif ik dicht; mijn Kokki-mes (erg groot en vreselijk scherp) berg ik altijd op; door klunsje zelf vervaardigde booby-traps (een volle beker koffie op de rand van haar bureau bijvoorbeeld) maak ik onschadelijk; ik parkeer de auto altijd zodanig dat klunsje bij het uitstappen zo min mogelijk slachtoffers kan maken; een lolly voorzie ik uit voorzorg van een reddingslijn zodat ik dat ding weer uit haar slokdarm kan trekken wanneer klunsje dat snoepgoed op een stokje in zijn geheel probeert door te slikken; ik heb kleine, rubberen dopjes over de tanden van haar vork gepriegeld, weliswaar krijgt ze het stukje vlees op haar bord nu niet meer te pakken, maar ze ziet in ieder geval geen kans meer om gaten in haar gezicht te prikken. Kortom, ik waak over klunsje want het is wel mijn SuperKluns!