Pindasaus I

Pindasaus is lekker. Althans, dat is de bedoeling. Ik ben al ik-weet-niet-hoe-vaak spontaan in tranen uitgebarsten nadat ik een bakje ‘pindasaus’ op mijn tafeltje kreeg geserveerd, pindasaus tussen aanhalingstekens omdat het overduidelijk geen behoorlijke pindasaus was maar eerder een slap aftreksel van een stuk of 5 gestampte pinda’s aangelengd met water en veel te veel zout. En toch, ondanks al die geweldige recepten-online, bestaat dat verschijnsel nog steeds. Wat denken die lui dan?! Je haalt het toch niet in je hoofd om nota bene een Indo zo’n triest pindawatertje voor te schotelen? En dan ook nog met stalen smoelwerk “Eet smakelijk, meneer.”

In de supermarkt is het al net zo triest. Een eindeloze rij aan sneue bakjes met kant-en-klaar pindasaus. De ene nog smakelozer dan de andere. En het ergste is, het wordt nog verkocht ook! Okee, klaar nu. Het is alweer over.

Pindasaus dus. Lekkere pindasaus. Dit recept is voor alle beginners, keukenklunzen en waagniethalzen die toch graag een lekkere pindasaus willen maken. Hup, daar gaan we…

Pindasaus benodigdheden

Wat hebben wij nodig?

100 gram pindakaas met stukjes noot
1 eetlepel ketjap manis
1 theelepel gula djawa
1/2 theelepel sambal oelek
1 teentje knoflook
1/4 theelepel zout
1/2 theelepel djahe
3 eetlepels gebakken uitjes (te koop bij de toko)
2 eetlepels olie (arachide-olie bijvoorbeeld)
iets meer dan een half theekopje warme melk

Alle ingrediënten, behalve de melk, fijnmalen in de blender. Wadjan op het vuur zetten en warm laten worden. Gas op laag en dan alles uit de blender in de wadjan scheppen (geen olie toevoegen). Gedurende een halve minuut alsmaar omscheppen en dan iets  meer dan een half theekopje warme melk toevoegen, gas uitzetten en roeren totdat de melk helemaal vermengd is met de pindabrei.

Note: saus moenie kook nie.

Goed, nu heb je een lekkere pindasaus (proef even of er nog zout bij moet). Vanaf dit moment bepaal je zelf of de saus dunner moet, en zo ja, hoeveel dunner; beetje bij beetje heet water toevoegen en alsmaar blijven roeren totdat jij de saus dik/dun genoeg vindt. Klaar.

Wat je, geheel naar eigen smaak, nog zou kunnen toevoegen aan het lijstje met ingrediënten (maar dat hoeft niet hoor), is een mespuntje kentjoer, en een beetje ketoembar, en een beetje trassi, en een beetje sereh (of citroensap), en wat schaafsel van een blok kokoscreme, of gewoon een beetje meer sambal (jaaaaa!) en misschien ietsje meer ketjap. En misschien, de volgende keer of zo, vervang je de pindakaas door verse pinda’s die je zelf gaat roosteren enzo. Maar, zoals ik al zei, dat hoeft allemaal niet want de saus is al okee. Echt.

Adviestip, ongeacht wanneer je de saus gebruikt, strooi er vooral gebakken uitjes op. Lekker.

Sate pentol ayam met pindasaus
Pindasaus, met daaronder verscholen sate pentol ayam.

Laat een antwoord achter aan Sjoerd Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

24 reacties

  1. Echt een heerlijke pindasaus! Ik kan alleen moeilijk inschatten hoeveel porties ik hieruit haal. Ik ga ongeveer 5 kilo saté maken.

    • Hallo Bianca,

      het is inderdaad moeilijk in te schatten omdat je onmogelijk kunt weten hoeveel pindasaus ze gaan eten. (In een restaurant is het makkelijker want dan bepaalt de kok hoeveel ze krijgen.)
      Zelf maak ik altijd veel (ongeveer 500 gram per kilo sate), maar ik maak er ook altijd ketjapsaus bij omdat niet iedereen pindasaus wil. Het motto is echter altijd: indien nodig gewoon wat bij maken, het is immers zo klaar.

      Grrrroet van Sjoerd

      • Dank je wel Sjoerd! Dat betekent dan dat ik het recept keer 5 moet doen of is dat te kort door de bocht?

        • Als je de smaak precies hetzelfde wil houden, moet je het recept telkens herhalen ja. Kan ook wel in 1 keer, maar dan moet je Slomo heten (of een Slomo-achtige zijn) want de verhoudingen moeten aangepast; als je alles in 1 keer wil maken en dus alles x 5 doet, gaan sommige ingrediënten overheersen en dat willen wij niet.

          Ergo, doe jij maar lekker kort door de bocht Bianca.

          Grrrroet van Sjoerd