Pindasaus uitgebreid

Soms word ik wakker met het waanzinnige idee dat ik per se iets moet doen. Begrijp mij goed, dat is niet omdat ik graag actief ben (ha, that’ll be the day!), maar meer omdat er iemand in mijn hoofd zit te zeuren dat ‘het’ toch echt vandaag moet. Vaak weet ik niet eens wat dat ‘het’ dan precies is, maar die onwetendheid verhindert niet dat ik mij op zulke ochtenden knap opgejaagd voel. Een beproefd meducijn tegen zo’n vage en hinderlijk irritante boodschap vanuit het Hoofdkwartier is omdraaien en weer gaan slapen. Meestal werkt dat goed, maar, jammer genoeg, niet altijd. Vandaag werkt het niet. Ook zinloos op de bank hangen en focusloos van mij af staren, helpt niet – geloof mij, dat heb ik twee uur lang geprobeerd.

Uiteindelijk ben ik maar naar mijn kamertje gegaan en hier zit ik dan, een reseppie te tikken. En nu maar hopen dat dit is wat HQ mij vanochtend duidelijk wilde maken. Dat ‘ie dan niet straks, nadat ik hiermee klaar ben, gewoon doorgaat met zeuren: ‘Hee, Slomo, wat zei ik nou? Je moet wat doen, jongen!’
Dat zou oneerlijk zijn, zeg.

Maar goed, een recept dus. En zoals je al had gezien, een recept voor pindasaus. Lekkere pindasaus.
Overigens, om zeurpieten en betweters voor te zijn, mijn keuze voor Duyvis pinda’s is (inderdaad) arbitrair. Elk merk zou kunnen, maar ja, ik heb nou eenmaal deze in huis.

Duyvis ongezouten
Voor als er een fuif is…. Zak ongezouten pinda’s, 235 gram.

Soms, als ik Lientje zo gek krijg dat ze pinda’s (versgebrand!) van de markt mee wil nemen, gebruik ik geen supermarktpinda’s en hoef ik ze zelf ook niet eerst een beetje te roosteren. Maar dat is dus nu niet het geval.

Wat hebben wij nodig?

Ingrediënten:
1 zak Duyvis ongezouten pinda’s  (235 gram)
1 blikje (400 ml) kokosmelk

35 gram kleingesneden sjalot *
1 teentje knoflook *
halve theelepel ketoembar *
halve theelepel djahe *
iets meer dan een kwart theelepel zout *
2 theelepels sambal trassi *

Alles met een * fijnwrijven in de cobek, dat wordt de boemboe.

4 theelepels ketjap manis
3 theelepels gula djawa
1 spriet sereh (in de knoop leggen en het bolle gedeelte kneuzen)
2 blaadjes djeroek poeroet

ingredienten
Alle ingrediënten klaarzetten voordat je gaat koken is best handig, ’t is alleen wel een takke-eind lopen elke keer van de woonkamer naar de keuken.

Stap 1
Zet een grote anti-aanbak pan op de grootste pit met het vuur op standje laag en laat de pan 3 minuten opwarmen. Gooi de pinda’s in de pan en hou ze gedurende 6 minuten al omscheppend in beweging – niet langer dan 5 tellen op dezelfde plaats laten liggen. Zet daarna het gas uit en mik de pinda’s in een grote, schone pan om ze ietsje af te laten koelen.

Stap 2
Maal de pinda’s fijn in de blender en gooi alles (niet de blender) in een bak, straks gaan we ermee verder.

Stap 3
Verhit 4 theelepels arachide olie in de wadjan en fruit de boemboe, samen met de sereh en djeroek poeroet, gedurende 3 minuten op gematigd vuur. Gooi vervolgens de ketjap manis en gula djawa erbij, goed roeren/vermengen en dan ook de kokosmelk erbij. Breng het langzaam en al roerend aan de kook en zet dan het gas uit. Voeg nu beetje bij beetje, terwijl alsmaar roerend en omscheppend, de fijngemalen pinda’s toe.

Adviestip: vul het lege kokosmelkblikje met wat melk en zet ’t ergens op het aanrecht of zo, straks ga je ’t nodig hebben om de pindasaus wat aan te lengen.

Stap 4
Ongeveer een kwartiertje voordat je de pindasaus nodig hebt, zet je de wadjan, zonder deksel, weer op het vuur.  Breng de saus al roerend aan de kook (pas op dat de saus niet aanbakt) en vervolgens zet je het gas op laag. Voeg nu een beetje melk toe (dat had je al klaargezet in dat lege kokosmelkblikje!) en roer totdat alles goed vermengd is. Dat blijf je alsmaar herhalen totdat jij vindt dat de dikte van de pindasaus okee is.

Note: pindasaus mag NIET waterig zijn! Eerder dik dan dun, dus.

Stap 5
Uiteraard serveer je de pindasaus met gebakken uitjes: of los in een bakje erbij, of je schept wat gebakken uitjes door de saus, zie maar. (Persoonlijk vind ik het lekkerder om wat gebakken uitjes over de saus op mijn sate te sprinkelen want dan blijven ze lekker krokant.)

Adviestip: weliswaar is het geen gezicht, maar soms is het handiger om de pindasaus in een glazen pot (waarvan je het dekseltje nog hebt) te scheppen en die op tafel te zetten i.p.v. een bak of kom. Ik ga niet uitleggen waarom want ik heb geen zin meer om te schrijven. Nou, doeg, en eet smakelijk!

pindasaus op sate babi
Sate babi met een beetje pindasaus (de sate verdrinkt dus niet!) met daarop gebakken uitjes en een paar druppels ketjap manis.

P.S. Na langdurig en hinderlijk aandringen van mijn vriendin heb ik toch maar even zin gemaakt om nog iets te schrijven:
pindasaus in een afgesloten glazen pot blijft langer warm, verkleurt niet, droogt niet uit en is geen voederplaats voor vliegend ongedierte.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

25 reacties

  1. Hi Sjoerd, mijn vaders beste vriend heet Roy. Roy houdt van Indisch koken. En maakt altijd zijn satésaus (hij noemt het kacang saus, wat ik weer een beetje overdreven vindt) zelf, van versgebrande pinda’s. Ik werk toevallig voor Wijko, en die satésaus verkoop ik aan klanten. Mijn Indische familie verafschuwt dat, dus iedereen is altijd lyrisch over ‘Roy’s satésaus’. Ik maak ook gerust wel eens zelf satésaus, oké niet van pinda’s maar wel pindakaas als basis. Maar Roy’s satésaus heeft mythische status bij mijn vader en zusjes. Ik wil die €$®© Roy voor eens en altijd doen vergeten!

    Dit jaar gaan we met kerst een rijsttafel maken met de hele familie: ieder familielid maakt één of twee gerechtjes. Mijn zusje daagde mij uiteraard uit om saté (met -saus) te maken. Ik ga deze keer niet over koud ijs en ga jouw receptuur gebruiken. Sjoerd + Mike = doei Roy

    • Ha die Mike, ik kan nog wel iets positiefs zeggen over Wijko:

      Vroeger (lang geleden, ja) was de pindasaus van de snackbar niet te eten, ranzig (soms letterlijk), waterig en gespeend van smaak. Echter, en hier komt het, sinds de introductie van Wijko is ’t behoorlijk verbeterd!

      Grrrroet van Sjoerd

      P.S. Ik zou die Roy toch nog even te vriend houden 😉

  2. Ik maak hier 2x per jaar 2 liter van en vries dat in. Zo grijp ik zelden mis. Mijn vriendin doet na afloop graag de afwas zo lekker vindt ze het. Ik zie op het plaatje overigens staan ketjap medja (toch wat zoutig) en in de tekst heb je het over ketjap manis.
    Wat is het nu? Ik vind een mix trouwens best aangenaam smaken.
    Groet,
    Marcel

    • Hoi Marcel,

      om te beginnen, in elke zoete ketjap zit ook zout, anders zou het echt niet te eten zijn. Alleen hanteert niet iedere producent hetzelfde percentage. De keuze is dus aan de consument, en dat wat de een zoutig vindt, beoordeelt de ander als te zoet. Smaak he.

      Overigens is het gebruikelijk om suiker toe te voegen aan ketjap manis als het gerecht dat nodig heeft. Maar ook het gebruik van zowel asin als manis is heel normaal. (Zelfs ketjap asin door je gerecht en dan ook nog zout uit een potje is niet vreemd.)

      Is dit een antwoord op jouw vraag?

      Grrrroet van Sjoerd