Rempah – Indische gehaktballetjes met kokos

Het is een mooie dag, de tweede al deze week, tjonge. Met half dichtgeknepen ogen, de zon schijnt precies in mijn gezicht, zit ik met een koptelefoon op achter mijn keyboard te luisteren naar het begin van mijn zoveelste nummer 1-hit. Niet dat mijn nieuwste compositie al helemaal klaar is, sterker nog, ik heb eigenlijk alleen nog maar de intro geschreven, maar ik herken een hit aan z’n eerste tonen. En dit is er eentje. Echt.

Terwijl mijn hoofd meedeint met de geweldige beat (‘Kijk, opa doet headbangen!’) zie ik vanuit mijn ooghoek Lientje aan komen lopen. Ze gaat tegenover mij staan en begint te praten, maar het enige dat ik registreer is dat haar mond beweegt. Even later houdt ‘ie op met bewegen en haar ogen kijken mij nu vragend aan. Ik zet mijn koptelefoon af.

“Sorry, wat zei je?”
“Ik heb zin in iets lekkers.”
“Nou, dan pak je iets.”
“We hebben niks. Ja, chips en zo, maar daar heb ik geen zin in.”
“Loop effe naar de Plus dan.”
“Ik wil niet naar de Plus.”

Wat mij betreft, houdt hier de conversatie op. Ik kan haar niet helpen want ik heb zelf ook geen zin om naar de winkel te gaan. Lientje denkt daar echter geheel anders over: “Kan jij niet even gaan dan?”
‘Krijg nou tieten,’ denk ik, ‘zij heeft trek in iets lekkers en dan wordt ik erop uitgestuurd. Echt niet!’ “Nope,” zeg ik, “gaat niet, mijn voet doet zeer, kan ‘m bijna niet meer bewegen.”
“Ach sukkel, je bent gewoon lui!”
“Helemaal niet,” lieg ik. Ik pak mijn voet en trek een gezicht alsof ik vreselijke pijnen lijd. “Kijk dan mop, hij is helemaal dik…”
Mop buigt zich over mijn keyboard en inspecteert mijn voet.
“Zie niks,” zegt dokter Lien, “je zit gewoon weer smoesjes te verzinnen.”
“Nee echt,” hou ik vol, “kijk, kan bijna niet meer lopen.”
Moeizaam strompel ik wat heen en weer, zachtjes kreunend.
“Ach, je stelt je aan, je hebt helemaal niks.”

Met een langgerekte ‘aaauw’ laat ik mezelf in mijn stoel zakken. Maar het werkt niet, vandaag is ze niet te foppen. Ik heb sterk de indruk dat zelfs wanneer mijn voet los in de hoek van de kamer zou liggen, Lien nog zou zeggen dat ik best even voor haar naar de Plus zou kunnen hinkelen. Ik geef het dan maar op.

“Waar heb je zin in dan?”
“Iets hartigs of zo, iets lekkers.”
“Patat,” stel ik voor, want eigenlijk heb ik ook wel zin in een lekkere snack. En patat kan bezorgd worden…
“Nee. Balletjes!”
“Balletjes?,” herhaal ik, maar ik ben bang dat ik al weet wat ze bedoelt.
“Jaaaaaa,” roept Lien enthousiast, alsof ‘t haar nu pas te binnen schiet, “rempaaaah!”

‘Shit-fuck.’ Dat betekent dat kokkie dingen moet gaan doen in de keuken.
“Frikandelletje ook lekker hoor,” probeer ik nog.
“Nah, geen frikandellen, ik wil balletjes.”
Ik zucht even en peins me suf hoe ik hier onderuit kan komen: “We hebben geen spullen voor rempah, jammer.”
“Wat heb je nodig dan?”
“Nou, ehhh…” En in gedachten zie ik een lijstje:

Ingrediënten
500 gr runder gehakt
1 geklutst ei
1 eetlepel ketjap manis
4 eetlepels panko (broodkruimels in een zakje of doosje) (30 gram)
8 eetlepels gemalen kokos (45 gram)

Boemboe
40 gram gepelde sjalotjes
2 teentjes knoflook
4 kemiri’s
3/4 theelepel zout
2 theelepels ketoembar
1 theelepel djinten
1 theelepel laos
1/4 theelepel sereh
1 theelepel gula djawa
2 theelepels sambal badjak

Dan schiet mij een mogelijke redding te binnen. “Gehakt,” zeg ik, terwijl ik extra mijn best doe om die vaststelling als ‘tjonge-dat-is-balen-zeg’ te laten klinken, “we hebben geen gehakt, zonde joh.”
“Wel!” Een triomfantelijke grijns verschijnt op het gezicht van mijn ooit zo leuke vriendin: “Dat heb ik gisteren gehaald.”
En hup, daar gaat mijn laatste strohalm, want wij weten allebei dat we voor de rest alles in huis hebben. Zuchtend sta ik op, die nummer 1-hit moet nog maar even wachten dan.

***

Rempah dus…


Voor de boemboe: sjalot, knoflook, kemiries, zout, ketoembar, djinten, laos, sereh, gula djawa en sambal badjak (extra heet).

Stap 1
Rooster 4 kemiries in een droge koekenpan gedurende ca 5 minuten, omkeren en dan weer 5 minuten. Ze moeten hier en daar een kleine beetje donker verkleuren en let op, ze mogen niet verbranden dus hou het vuur laag en blijf erbij.

Stap 2, maak de boemboe
Ketoembar, djinten, laos en sereh fijnwrijven/mengen in de cobek. Gooi het vervolgens in de blender samen met de rest voor de boemboe. En we scheppen er ook nog 6 eetlepels water bij want dat blendert makkelijker.

Stap 3
Bak de boemboe in 2 eetlepels olie (op gematigd vuur, de boemboe mag niet wild spetteren), voeg na ongeveer 2 minuten de ketjap toe en bak alles nog een minuut of zo (of net zolang tot de boemboe een beetje droog is – de bedoeling is dat het water in de boemboe verdampt zodat ‘ie min of meer droog wordt). Laat de boemboe vervolgens afkoelen tot koud.


Dit bedoel ik met ‘min of meer droog.’

Stap 4
Meng het geklutste ei door het gehakt en daarna de afgekoelde boemboe. En tot slot hussel je er ook de panko en geraspte kokos door.


Gehakt met daar doorheen het geklutste eitje…


… en nu met de afgekoelde boemboe er doorheen…


…en als laatste met panko en geraspte kokos er doorheen.

Stap 5
Draai balletjes, maak ze kleiner dan een pingpong-balletje, maar wel groter dan de balletjes die je wel ‘ns in de soep vindt. Dek ze af met vershoudfolie en zet ze vervolgens in de koelkast voor een uur of anderhalf.

Note 1: ik zet soms ook wel de kom met gehakt (afgedekt) in de koelkast voor een uurtje en maak er pas dan balletjes van. Die balletjes gaan dan niet meer in de koelkast overigens.

Note 2: mijn favoriete balletjes zijn beduidend kleiner dan een pingpong-bal, maar als ik lui ben maak ik ze zoals op onderstaande foto want dan ben ik sneller klaar met draaien. (Ik maak ca 52 balletjes in klein formaat.)


Elk balletje weegt 28 gram (da’s toeval hoor) alleen de laatste kwam niet verder dan 20 gram.

Stap 6 (nadat het opstijven van de balletjes in de koelkast lang genoeg heeft geduurd)
Haal de balletjes uit de koelkast en duw ze desgewenst een beetje terug in vorm – ze hebben door het liggen een platte onderkant gekregen en dat kun je met listig kneedwerk wel min of meer fixen. Je moet ze echter niet meer draaien want daarmee trek je de binnenkant van de balletjes uit hun verband. Frituur ze vervolgens op 120 graden (natuurlijk niet allemaal tegelijk) en laat ze uitlekken in een vergiet met keukenpapier.

Nota Bene: de olie kun je niet meer gebruiken na het frituren van zo’n 27 balletjes, hou daar rekening mee – ik frituur ze daarom nooit in de friteuse (daar mogen van mij alleen aardappelblokjes in) maar gewoon in wadjan op het fornuis.


Rempah, je blijft ervan eten, ook als je al vol zit.

Adviestip 1:
Maak er een lekker ketjapsausje bij:

100 gram ketjap manis
1 theelepel rijstazijn
1 theelepel gula djawa
1 theelepel sambal badjak
1 theelepel pindakaas (met stukjes noot)

alles in een kommetje, 30 tellen in de magnetron, goed roeren/vermengen en klaar ben je.


Lekker ketjapsausje, zo klaar.


Rempah met ketjap manis sausje.

Adviestip 2: of maak pindasaus (klik op pindasaus voor de link), want rempah is ook erg lekker met pindasaus!


Rempah met pindasaus en gefruite uitjes.

 

 

Laat een antwoord achter aan Tes Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

42 reacties

  1. Super ! Zeker als je voldoende sambal erin doet. Vraagje : hoezo ‘rempah’ voor balletjes ? Het lijkt eerder een term voor een zekere kruidenmix (die ook nog compleet variabel is voor iedere bron) : https://www.google.com/search?q=rempah.

    • Lang voordat ik geboren was, noemde bijvoorbeeld Bep Vuyk Indische gehaktballetjes met klapper rempah. Ik vermoed dat het oorspronkelijk rempah ‘nogwat’ werd genoemd, afhankelijk van wat er gebruikt werd: rempah balletjes, of rempah ajam, of rempah met klapper, etc. Het ligt m.i. voor de hand te veronderstellen dat rempah dus een verkapping is van een uitgebreidere benaming.

      Grrrroet van Sjoerd

  2. Hoi, tegenwoordig bak ik deze balletjes 8 min op 180 gr. in een voorverwarmde airfyer. Gezonder en net zo lekker.

  3. Als je ze in de wadjan frituurt, gebruik je dan olijfolie of iets anders?

    • Hoi Wiebe,

      Als ik Indisch kook, gebruik ik bijna altijd zonnebloemolie, soms arachideolie, maar nooit olijfolie.
      Olijfolie heeft een te sterke (en ongewenste) eigen smaak en is daarom ongeschikt voor de Indische keuken.

      Grrrroet van Sjoerd

  4. Beste Sjoerd,
    Wauw, wat een site! Als product van een kwart indo vader en belanda moeder (oma van vaders kant kraaide bij mijn geboorte: “hij is helemaal wit”) ben ik opgegroeid met Indisch eten dat mijn moeder volgens aloude recepten en deze van haar schoonmoeder maakte. De laatste niet te beroerd was om geniepig één essentieel onderdeel niet te vermelden zodat haar zoon moeders koken altijd het lekkerst vond. ik heb nog een 3e druk van “het KOOKBOEK” voor Hollandsche, Chineesche en Inlandse (sic!) gerechten van Mej. W. C. Keijner, uitgever G.Kolff & Co. Soerabaja maar de meest inspiratie haal ik uit “Groot nieuw volledig INDISCH Kookboek” 1381 recepten door Mevr. J.MJ. Catenius Van Der Meijden. Maar jouw site Sjoerd ademt zo echt de sfeer die ik van vroeger kent dat ik (watertandend) blijf lezen. Hartelijk dank! Gewoonweg super.