Alles verkeerd

Dit verhaaltje was oorspronkelijk gepost op 27 augustus 2010

Koffie verkeerd
Rijdend van kantoor naar huis bel ik, hands free uiteraard, mijn secretaresse: “Presentatie al klaar?,” vraag ik zo serieus mogelijk. Aan de andere kant van de lijn hoor ik iemand naar lucht happen. Natuurlijk is die presentatie nog niet klaar want ik heb het concept nog maar een kwartier geleden op haar akelig lege bureau neergelegd – ‘clean desk policy’ ook bij ons op kantoor. Terwijl ik nog een paar afspraken met haar doorneem, zie ik in de verte een MacDonalds. De grote, gele M lonkt. Even later beëindig ik het telefoongesprek en draai de parkeerplaats op van mijn favoriete fast food tent.

“Goedemorgen, mag ik u helpen?,” vraagt een puistig pubermannetje die nauwelijks boven de kassa uitkomt. Die begroeting met ‘MAG ik u helpen’ maakt mij soms hinderlijk obstinaat, dan heb ik zin om te antwoorden: “Geen idee jongen, dat moet je maar even aan je manager vragen.” Maar deze keer ben ik niet zo dwars. Ik bestel waar ik zin in heb en nog geen minuut later loop ik met mijn doggie bag inclusief koffie terug naar mijn auto. Altijd weer een feest, Mac eten in mijn rijdend kantoortje!

Ik neem een slok van de kofie, zet het bekertje tussen mijn benen op de stoel en wil rustig wegrijden naar een plek met mooier uitzicht. Maar dan gaat het mis, onheil is daar, rampspoed voltrekt zich: mijn schoen, met leren zool, glijdt van het koppelingspedaal en de auto springt naar voren als een getergde poema in de aanval. Meteen daarna slaat de motor af en sta ik abrupt stil. “Shit!,” zeg ik hardop om nog geen nanoseconde later daar gillend aan toe te voegen: “Aaaaaaau-fuck!” De koffie is over de rand van het bekertje geklotst, het dekseltje heeft ‘t niet kunnen voorkomen, en mijn kruis staat in brand! “Godverdegodver!,” brul ik.

Ik pak het bekertje en wil snel uitstappen maar ik zit vast in de gordel. Met een nijdige ruk maak ik ‘m los en smijt dat ding opzij. ‘DENG!,’ daar beukt de gesp tegen het zijraampje, een grote barst achterlatend. Ik registreer dat maar half want nog altijd in grote haast om de auto uit te komen. Ik gooi het portier open en spring naar buiten, mijn hoofd stoot daarbij hard tegen de dakrand: “Godverdegodver!” vloek ik weer. Ik grijp naar mijn pijnlijke kop, laat het bekertje vallen en trek het hete, natte kruis van mijn broek naar voren zodat ‘t niet meer tegen mij aan kleeft. De ergste pijn is nu voorbij en ik merk dat ik weer begin met ademhalen.

Daar sta ik dan, naast de auto, in een nogal clowneske houding. Op dat moment komen twee hoogblonde, wat oudere dames voorbijgelopen. De langste van het stel kijkt mij aan en zegt met een plat Amsterdams accent: “As je d’r hoofdpijn van krijgt, moet je ‘m met rust laten, schat.” De dames gieren het uit en lopen verder. Vlak voordat ze de Mac binnengaan kijkt die lange nog even om geeft mij een vette knipoog. “Great,” zeg ik tegen mijzelf, “lach mij maar uit terwijl ik hier vreselijke pijnen sta te lijden.”

De bende in de auto valt mee, “Wat een mazzel,” denk ik cynisch, “de meeste koffie is op mijn broek terechtgekomen en niet op de makkelijk afwasbare bekleding.” Met de servetjes van mijn Big Mac + French fries (extra large) veeg ik een paar druppels koffie van de stoel. Treurend om al dat onfortuin rij ik naar huis. De barst in het zijraam zit de hele weg stilzwijgend naar mij te grijnzen.

Beeld verkeerd
Thuis aangekomen en op weg naar de badkamer kom ik mijn vriendin tegen, zij loopt met een maatbeker – ik zou zweren dat daar ochtendurine in zat – richting haar zeeplab. “Hoi mop,” begroet ik haar, “wil je mijn broek straks wassen? Er zit een vreselijke koffievlek op.” Ik heb geen zin om haar het hele verhaal te vertellen. Misschien vanavond, maar nu wil ik douchen en over een half uurtje al moet ik bij de tandarts zijn.

Voorzichtig mijn haren droogwrijvend, de mega-bult op mijn hoofd doet lelijk zeer, loop ik na het douchen de slaapkamer in. Daar staat mijn vriendin en ze kijkt niet blij. Onmiddellijk krijg ik het gevoel iets verkeerds gedaan te hebben al zou ik bij God niet weten wat. Haar mond is een dunne streep, de ogen half dichtgeknepen en het hoofd ietsje schuin. Dodelijke Blik.
De kreet ‘Te paard, te paard! We zijn verraden!’ schiet mij ineens te binnen zonder eigenlijk te weten waar dat nou vandaan komt.

“Wat is dit?,” vraagt mijn vriendin kortaf, ze priemt haar rechterhand mijn richting uit alsof ze een mes vasthoudt waarmee ze mij gaat dwingen alle Gore Leugens op te biechten. Tussen duim en wijsvinger houdt ze 2 kleine briefjes. Ik begin te lachen en wil wat gaan zeggen, maar zij is mij voor: “Sta niet zo stom te lachen, ik wil weten van wie dit is!” Haar stem klinkt alsof ze mij zojuist betrapt heeft op een escapade met haar beste vriendin.
“Fuck you, Tiger Woods!,” denk ik, “Allemaal jouw schuld.”
Om haar argwaan kracht bij te zetten, leest ze hardop een briefje voor, ‘Ik heb ‘t je de vorige keer ook al gezegd, ik vind het niet echt prettig wanneer jij mij vragen gaat stellen terwijl je alsmaar dat ding in mijn mond stopt.’ Mijn vriendin kijkt mij weer aan, haar blik eist onmiddellijke uitleg – and it better be good, boy!

Nog half lachend vertel ik haar dat ik het zelf heb geschreven en dat ‘t voor mijn tandarts is bestemd. “Elke keer dat ik daar ben, gaat ze mijn tanden polijsten en duwt dan dat zuigapparaat in mijn mond. En altijd als ik daar met dat gorgel-ding in mijn mond lig, begint zij een praatje, ‘Hoe is ‘t op je werk Sjoerd?’, ‘Golf je nog steeds?’ en ga zo maar door. En alles wat ik dan terug kan zeggen, klinkt als iw-gkow-wow-wew. Dus ik dacht vanochtend, kom, ik schrijf een briefje en als ze straks weer tegen mij gaat kletsen, haal ik dat briefje uit mijn zak en hou ‘t dan voor haar neus.”
Slechts gedeeltelijk overtuigd van de onschuld van alles, leest ze het andere briefje voor, ‘Ja, en jij bent aan de telefoon ook veel leuker dan in het echt.’ “En dit?,” wil ze weten, “Voor wie is deze dan?”
“En die is voor de assistente,” leg ik uit, “want zij zegt dan altijd tegen de tandarts ‘Wat is die Sjoerd lief he als hij niks terug kan zeggen’.”

Houding verkeerd
Master Po vraagt aan Grashopper: “What will you do when a man walks up to you, holding a knife?”
“I will do Crane Bird Stance, Master, or, perhaps even better, three-finger-snake-technique.”
“But why?”
“Because three-finger-snake-technique is better for defending against knife?”
“Nooo, no, no, litte Grasshopper, I mean, why would you think he would attack you.”
“Because he has a knife, Master!”
“So, he has a knife. But what if he is just a poor butcher, asking everyone for some small tasks for him to do?”
“O, I did not think about that, I just thought that…”
“Remember this, Grasshopper, our fears dominate all the things we see. By no longer letting your fears control you, you will start seeing things in a broader perspective and more clearly.”

Oud Indisch spreekwoord zegt: “Aan de boom die Angst heet, groeien de grootste spoken.”

 

Alles verkeerd comments 618x3524