Niets is wat het lijkt

Dit verhaaltje was oorspronkelijk gepost op 22 augustus 2010

Vroeger
Lang, lang geleden – ik zal een jaar of 8 geweest zijn – was ik met mijn ouders en zusjes op bezoek bij Oma Twello (inderdaad, oma woonde in Twello – en voor wie het weten wil, mijn andere oma heette Oma Hengelo, maar dat terzijde).
Wij waren dus in Twello. Alles daar heeeeel klein: de straten, de huizen, de winkels, de mensen. (Alleen maar Indonesische families daar, zo ook mijn oma die er met haar hulpbehoevende dochter woonde. Opa was al jaren daarvoor, op Java, afgepakt door de Jappen. Nooit meer iets van hem vernomen.)
Goed, ik was dus bij oma en moest op een gegeven moment naar de wc. Plots zag ik daar een limonadefles staan, halfvol nog! “Die is voor mij!,” dacht ik, en helemaal gelukkig rende ik enthousiast de woonkamer in, mijn pasgevonden buit trots voor mij uit houdend. Triomfantelijk keek ik naar mijn zusjes terwijl ik de dop eraf schroefde – je moet weten dat het in die tijd normaal was dat je alleen in het weekend frisdrank kreeg, dus ik was echt in mijn nopjes.
“Wat…,” begon mijn moeder toen ik een grote slok nam, maar ik hoorde haar al niet meer. Mijn aandacht werd getrokken door mijn oma die half uit haar luie stoel omhoog kwam, haar armen naar mij uitstrekte en met haar handen bezwerende gebaren maakte. Met verschrikte blik riep ze, half kijkend naar mijn vader: “Ooooh Ariiiiiii, Joedi punya botol cebok saya!!!”
Die ‘Ariiiii’ is dus mijn vader en ik was die Joedi (vroeger heette ik niet Sjoerd maar Joedi). Mijn oma riep dus: “Ooooh Arie, Joedi heeft mijn cebok-fles!!!”

Toelichting: in Indonesië wordt geen wc-papier gebruikt, maar water. En dat water zit in een fles, de cebok-fles (spreek uit als tjèbok) en die staat, logischerwijs, altijd binnen handbereik van de wc-pot.

Botol_Cebok

Ik heb sindsdien nooit meer gedronken uit een fles die ik niet zelf heb aangebroken.


Ruim 40 jaar later

Een tijdje terug zag ik een aflevering van “Herman Helpt” (dat is die grote, rondbuikige tv-kok uit Rotterdam die niet van de buis af is te slaan). Die aflevering was opgenomen in Indonesië, in een hotel-achtige resort waar een Nederlandse jongen worstelde met het rendabel maken van het hotel en bijbehorend restaurant. Deze jongen had Herman dus om hulp gevraagd.

In een van de eerste scènes staat Herman in het restaurant te wachten bij een barretje, hij beschrijft voor de camera zijn eerste indrukken en dan valt zijn oog op iets wat lijkt op een pas aangebroken fles drank. Herman, geobsedeerd door alles wat te maken heeft met eten en drinken (typisch een kok dus), grijpt de fles en neemt er een slok uit. Hij grimast; niet lekker dus, lees ik van zijn gezicht. Nog geen seconde later komt de Nederlandse jongen het beeld ingelopen en vraagt aarzelend aan Herman of hij gedronken heeft van die fles. “Alleen even om te proeven…,” antwoordt Herrie verontschuldigend. “Eeh…,” zegt de jongen, “die fles staat daar al een paar jaar en is voor de show gevuld met kraanwater.” Onze Herman wordt witjes om de neus, kennelijk wetende dat je in Indonesië behoorlijk ziek kunt worden van het drinken van kraanwater.
De rest van de aflevering zal ik jullie besparen want te saai voor woorden en verder niet relevant. Maar het grappige van dat hele voorval is de conclusie dat het dus niet uitmaakt hoe oud je bent, je ziet in eerste instantie kennelijk toch wat je wil zien. En dat is, in veel situaties, toch echt een handicap.

Oud Indisch spreekwoord zegt: “Wie niet kijkt, ziet niks.”

Oftewel – en dit is speciaal voor de lezers (m/v) die zich de, ooit immens populaire, tv-serie “Kung Fu” nog kunnen herinneren – zoals Master Po dan tegen zijn favoriete leerling zou zeggen: “Ah, but you can not see anything, little Grasshopper, if you do not know how to look first.”

Niets is wat het lijkt 618x3966

Eén reactie

  1. Haha, geniaal verhaal. Mijn Nederlandse vriend snap nog steeds niets van een botol chebok, hij vraagt aan al zijn kennissen of ze het kennen )Niemand kent het, natuurlijk). Terwijl het voor ons zo normaal is.